- Alle jonge kinderen zouden de kans moeten krijgen om minstens twee dagen per week naar een kinderopvang te gaan, adviseert de Sociaal-Economische Raad.
- Goede en betaalbare kinderopvang stimuleert de arbeidsparticipatie van met name vrouwen.
- De SER doet met het rapport ‘Een kansrijke start voor alle kinderen’ een oproep aan alle politieke partijen die een coalitie proberen te vormen.
Alle jonge kinderen zouden de kans moeten krijgen om minstens twee dagen per week naar een kinderopvang te gaan. Dat adviseert de Sociaal-Economische Raad (SER) in een nieuw rapport.
De aanpak van de kinderopvang moet niet alleen zorgen voor een kansrijkere start voor álle kinderen, maar kan ook de arbeidsparticipatie van de ouders verhogen.
Kinderopvang is belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen, zegt de SER. De opvang kan helpen om achterstanden te verkleinen en om kinderen meer kansen te bieden als ze opgroeien. Daarom zouden de opvangen meer moeten doen om talenten van kinderen te ontwikkelen, aldus de raad.
De SER doet met het rapport een oproep aan alle politieke partijen die een coalitie proberen te vormen. Saillant detail is dat SER-voorzitter Mariëtte Hamer ook de huidige informateur bij de kabinetsformatie is.
Opvang stimuleert arbeidsparticipatie
Voorzieningen voor kinderopvang stellen ouders in staat om betaalde arbeid te verrichten. Dat geldt voor zowel ouders met schoolgaande kinderen als met kinderen die nog niet naar school gaan.
Volgens het Centraal Planbureau stimuleert voldoende aanbod van betaalbare kinderopvang de arbeidsparticipatie van vrouwen, zo tekent de SER verder op.
Bij opvang is het ook belangrijk dat de voorzieningen goed op elkaar aansluiten. Dat is nu nog lang niet altijd het geval, stelt de SER. Ouders krijgen te maken met een versnipperde (werk)dag als de naschoolse opvang niet naadloos aansluit op de lesdag.
Een kwalitatieve kinderopvang verhoogt de arbeidsparticipatie. Een betere balans tussen werk en privé kan ook de arbeidsproductiviteit van ouders verhogen.
Aanpak van de opvang is ook noodzakelijk om ongelijkheden weg te nemen. In het huidige systeem lopen ouders tegen problemen aan. Wie meer gaat werken en dus meer geld verdient, krijgt minder toeslag, waardoor ouders uiteindelijk evenveel overhouden.
'Nederland is wereldkampioen in deeltijdwerk'
Hoewel het huidige systeem voordelen biedt, constateert het adviesorgaan ook dat "het optimale ontwerp van het stelsel van kindvoorzieningen nog niet is bereikt". Door de coronacrisis zijn de problemen bovendien onder een vergrootglas komen te liggen.
Ook door de affaire rond de kinderopvangtoeslag worden de problemen in de opvang extra duidelijk, nog afgezien van de ervaringen van de betrokken ouders.
De SER wijst er ook op dat de huidige opzet een lage participatiegraad in de hand lijkt te werken. Nederlandse vrouwen werken notoir vaak in deeltijd, en dat ziet de raad ook. Nederland is wereldkampioen in deeltijdwerk en deeltijdwerk is niet altijd een bewuste keuze.
"Waarschijnlijk hangt dit lage gebruik samen met de culturele norm in Nederland", schrijft de raad. Er kan alleen een duurzame verandering in deze deeltijdcultuur komen, als er ook wordt ingegrepen in het stelsel van kinderopvangvoorzieningen.
Een gevaar is wel dat wanneer standaard twee dagen kinderopvang voor alle kinderen wordt geregeld, dit institutionalisering van de deeltijdcultuur juist in de hand werkt. Twee dagen opvang kan dan de norm worden, in plaats van een opstap.
Branche bekritiseert overgangsperiode
De kinderopvangbranche reageert positief op het advies van de SER. Brancheorganisatie Kinderopvang, die naar eigen zeggen meer dan 80 procent van de aanbieders vertegenwoordigt, ziet in het advies "erkenning voor de toegevoegde waarde van de kinderopvang en de hoge kwaliteit die in het huidige stelsel wordt geboden".
Ook de PO-Raad en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) zijn positief over de "geschetste toekomstvisie".
Over voorgestelde maatregelen zijn de twee brancheorganisaties echter minder enthousiast. Zo "ontbreekt blijkbaar het gevoel van urgentie om al in deze kabinetsperiode de noodzakelijke maatregelen te nemen".
De overgangsperiode die de SER voorstelt maakt volgens de organisaties de manier waarop de kinderopvang is georganiseerd "nog ondoorzichtiger".
[activecampaign form=20]